Hoogbegaafdheid

Het is net alsof hij niks echt leuk vindt en hij nergens echt warm voor loopt, vertelt een moeder tijdens een intakegesprek over haar zoon. Als we verder praten blijkt dat haar zoon de basisschool met gemak heeft doorlopen en nooit ergens moeite voor heeft hoeven doen. Zijn cijfers waren altijd goed, A ’s en A+. Ook nu hij op de middelbare school zit hoeft hij niet echt te leren en doet dit alleen als het echt nodig is en onvoldoendes dreigen.

Aan hoogbegaafdheid hebben ouders nooit gedacht.  Ja, het zit wel in de familie. Ook school heeft er nooit aandacht aan besteed. Er waren ogenschijnlijk geen problemen?

 Terwijl ik het verhaal van moeder aanhoor vraag ik mij af of deze jongen tot nu toe wel voldoende uitdaging heeft gehad in zijn leven. En zo niet, wat de gevolgen zijn voor zijn sociaal-emotionele ontwikkeling?

Regelmatig komen kinderen in mijn praktijk met een vergelijkbare achtergrond als de jongen uit bovenstaand verhaal. Kinderen die voor langere tijd op school onvoldoende uitdaging hebben (gehad) en als gevolg hiervan emotionele klachten of gedragsproblemen ontwikkelen. In veel gevallen is sprake van een ontwikkelingsvoorsprong (bij kinderen tot 6 jaar) of hoogbegaafdheid (bij kinderen vanaf 6 jaar) die niet altijd herkend en erkend is door de omgeving van het kind. (Van hoogbegaafdheid wordt gesproken bij een  IQ hoger dan 130 waarbij ook de mate van creativiteit en het doorzettingsvermogen wordt meegenomen.)

Dit heeft verschillende redenen.

Een belangrijke reden is dat hoogbegaafde kinderen de neiging hebben zich aan te passen aan de groep en niet op te willen vallen. Dit betekent dat zij niet hun volledige potentie laten zien. Zo zullen zij niet aangeven wanneer zij werkjes te makkelijk vinden of om ander werk gaan vragen.  

Bij kleuters zie je vaak dat zij thuis boekjes pakken om te lezen of tot 100 kunnen tellen, terwijl zij dit in de schoolsituatie niet laten zien. Zij zien hun leeftijdgenoten spelen en knutselen en conformeren zich hieraan.

Een andere reden voor het niet herkennen van hoogbegaafdheid is dat hoogbegaafde kinderen over het algemeen perfectionistisch zijn en geen fouten willen maken. Zij leggen de lat hoog voor zichzelf. Zij zullen hun kennis of kunde pas ten toon spreiden als zij hierin al een bepaald niveau hebben bereikt. Zo zijn er kinderen die ‘ineens’ volzinnen kunnen praten, ‘in een klap’ kunnen lopen of ‘plotseling’ gaan lezen.

Wanneer kinderen moeilijker werk voorgeschoteld krijgen, zullen zij zich hier doorgaans niet enthousiast over zijn. Hun perfectionisme en de angst voor het maken van fouten houdt hen tegen. 

Wanneer kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong onvoldoende worden gestimuleerd en uitgedaagd, uiten zij dit doorgaans in hun gedrag. In de schoolsituatie kunnen zij druk of ‘gek’ gedrag vertonen. De lessen sluiten niet aan op hun behoeften en capaciteiten. Er zullen ook kinderen zijn die zich stilletjes terugtrekken. Thuis uiten zij zich doorgaans met driftbuien of huilbuien.

Oudere kinderen die voor langere tijd niet uitgedaagd worden kunnen een bepaalde onverschilligheid en somberheid over zich krijgen. Zij hebben zich soms jaren aangepast en niet vanuit hun volledige potentie geleefd. Hierdoor zijn ze van hun ware ik af komen te staan en zijn het contact met hun passie en innerlijke drive (deels) verloren. Deze kinderen zullen kunnen op vragen antwoorden met: weet ik niet of maakt me niet uit. Ze voelen niet meer wat hun behoeften en wensen zijn.

Gelukkig brandt er bij elk kind altijd nog een klein vlammetje van binnen. Tijdens de therapie ga ik met kinderen aan de slag om met dit vlammetje de levensvreugde weer aan te steken. Het is prachtig om te zien dat het vlammetje uiteindelijk weer uitgroeien tot een brandend vuur. Kinderen maken weer contact met hun ware zelf en gaan weer ontdekken wat hun innerlijke drive is.